Voor video's van Roelof Tichelaar op YouTube: zie het hoofdmenu.

 

Artikel in Trouw 6 augustus 2009 door Cocky van Limpt:

We zijn vergeten wie we zijn

 

Communicatie tussen God en mens was in het vroege christendom heel gewoon. Maar verstand won van intuïtie en dogma’s namen de dienst over in de kerk. Een spiritueel christendom kan ons weer ’de weg naar binnen’ wijzen, zegt spiritueel hulpverlener Roelof Tichelaar.

 

Het ontbreken van een geestelijk fundament in mensen veroorzaakt volgens Roelof Tichelaar psychisch leed. We zijn vergeten wie we in wezen zijn, zegt hij. Daardoor zijn we het contact kwijtgeraakt met onze innerlijke bron. Dat verklaart, zegt Tichelaar, de hang naar zingeving, spiritualiteit en bezieling.
Roelof Tichelaar heeft een praktijk voor psychische, pastorale en spirituele hulpverlening in Hoogeveen, schreef diverse boeken op christelijk-spiritueel gebied, en is docent weerbaarheid. Dé grote uitdaging voor het christendom is volgens hem dat we weer toegang krijgen tot onze zoekgeraakte ’innerlijke, intuïtieve, geestelijke bron van waarheid’. 
Ook Albert Einstein had al begrepen hoe belangrijk de menselijke intuïtie is: De intuïtieve geest is een godsgeschenk en het rationele verstand is een dienaar. We hebben een maatschappij geschapen die de dienaar vereert en het geschenk is vergeten.
Ons denken, zegt Tichelaar, is over onze intuïtieve vermogens gaan heersen, waardoor we het contact met die laag grotendeels hebben verloren. Een spiritueel christendom kan ons weer ’de weg naar binnen’ wijzen, waar we een ’bezielend, hoger bewustzijn’ vinden.
Maar hoe doe je dat, contact krijgen met die binnenwereld? Tichelaar vindt op deze vraag antwoorden in de Bijbel, die worden bevestigd door zijn eigen geestelijke ervaringen – in dromen en doorgevingen. Om toegang tot deze vergeten innerlijke bron te krijgen, zullen we, zegt hij, paranormale ervaringen, dromen, bijna-doodervaringen, visioenen en mediamieke doorgevingen serieus moeten nemen, zoals ook de eerste christenen dat deden.
Zonder bovennatuurlijke ervaringen zou religie zelfs nooit hebben bestaan. Gods geest zoekt in vele bijbelverhalen op bovennatuurlijke wijze contact met mensen. In de Bijbel komt helderziendheid voor, helderhorendheid, voorspellende dromen en de zogeheten profetische vervoering, waarin iemand in een trancetoestand door Gods geest wordt gebruikt om iets uit te spreken of te doen. Deze verschijnselen, die in het vroege christendom heel gewoon waren, stuiten in de christelijke, vooral kerkelijke wereld op nogal wat verzet, en worden al snel afgedaan als ’duivels’.
Concilies met hun dogma’s hebben de dienst overgenomen in het christendom en daarmee ’de geestelijke bron vervuild’. Maar, zegt Tichelaar, er is een weg terug naar het oorspronkelijke christendom. De communicatie tussen God en mens is niet gestopt na de Bijbel. We kunnen ook hier en nu contact krijgen met Gods geestenwereld en, in plaats van volgens dogma’s te leven, uit die bron de richtlijnen en inzichten ontvangen die we nodig hebben op onze aardse weg.
Het valt Tichelaar op dat, nu steeds meer mensen via paranormale weg inzichten ontvangen uit de geestelijke wereld, het „juist de moderne theologen zijn die moeite hebben met iedere vorm van geestelijke kennis. De moderne theologie is geneigd alles af te schaffen wat ze niet begrijpt, in plaats van dat ze openstaat voor de wezenlijke, spirituele betekenis ervan.”
Maar er zijn ook andere ontwikkelingen binnen de kerken. Zo is Tichelaar zelf al verscheidene keren uitgenodigd door kerkelijke gemeenten en parochies om een lezing te geven over het contact tussen de geestenwereld en de mens.
Zijn geloof in bovennatuurlijke communicatie betekent overigens niet dat Tichelaar alles wat mensen zeggen te ontvangen vanuit de geestenwereld, even waardevol en betrouwbaar vindt. De vele mediums die in evenzovele televisieprogramma’s hun opwachting maken, ziet hij als een verschijnsel dat wel een functie heeft, maar een beperkte. „De massa die niets meer gelooft, kan in haar bewustzijn worden aangeraakt en ervan overtuigd worden dat er tóch meer is. Wat het met mensen doet, die persoonlijk aangeraakt worden, daar wil ik buiten blijven. Maar eerlijk gezegd vind ik de inhoud van de boodschappen veelal erg algemeen en oppervlakkig.”
Ook zijn eigen doorgevingen moeten mensen niet kritiekloos slikken, zegt hij. „Ze moeten vooral tot nadenken aanzetten. Als iemand zegt dat je langs chemische weg goud kunt maken, dan moet je dat niet klakkeloos geloven, maar gaan uitproberen of het lukt. Als ik mijn doorgevingen deel met anderen, dan geef ik een beschrijving van míjn innerlijke waarheid, die ik in alle bescheidenheid heb ervaren.”
Tichelaar laat zich niet verleiden tot een discussie over wat hij als waarheid ervaart. Kritische vragen daarover laat hij voor wat ze zijn. „Het stadium van bewijzen en krampachtig overtuigen ligt achter me. Het is voor mij een levende werkelijkheid die ik wil delen. Het doel van mijn boeken, en hopelijk ook het effect ervan, is niet dat mensen mij geloven maar dat er iets bij hen opengaat, dat ze zélf iets gaan ervaren van die geestelijke werkelijkheid.”
Hoe kun je nu iets gaan ervaren van Gods geestenwereld en hoe kun je weten of je ervaringen betrouwbaar zijn? Voordat hij hierop antwoordt, wil Tichelaar benadrukken dat niet de paranormale ervaring het hoofddoel moet zijn, maar de verbinding met God.
„Men is tegenwoordig geneigd om paranormale ervaringen op te blazen en heel bijzonder te vinden. Maar dat schiet zijn doel voorbij. Het gaat niet alleen om contact proberen te zoeken met de geestelijke wereld, maar vooral om het openstaan voor leiding vanuit die wereld en daarin kritisch te kunnen blijven.”
De eerste voorwaarde om iets te kunnen ervaren uit de geestenwereld, is de tijd nemen voor stilte en gebed, zegt Tichelaar. „Neem een houding aan van innerlijke overgave, waarin je je aardse wensdenken en emoties hebt losgelaten. Wees je bewust dat je op die momenten ook werkelijk iets kunt ontvangen. als er dan iets in je opkomt, duik er dan niet meteen met je verstand bovenop en verstik die intuïtie, maar geef het de ruimte. En doe het vooral voor jezelf, treed er niet meteen mee naar buiten.”
Om te weten of een ervaring betrouwbaar is, zul je altijd de inhoud van de boodschap moeten toetsen of deze uit Christus is, zegt Tichelaar. Een geest van God zal altijd Christus als Heer belijden. (1 Johannes 4) „Als een boodschap jou iets oplegt, met andere woorden jou je vrije wil ontneemt, dan is het géén boodschap uit de hogere geestenwereld. Vraag je ook af wat je met de boodschap kunt, of je er iets aan hebt. En toets altijd de inhoud van een boodschap op langere termijn, want aan de vruchten kent men de boom. En last but not least: blijf altijd je gezonde verstand gebruiken. Dat Sylvia Millecam blind heeft vertrouwd op de boodschappen die Jomanda uit de geestelijke wereld zou hebben ontvangen, en reguliere medische hulp heeft afgewezen, duidt er naar mijn mening op dat zij haar gezonde verstand níet heeft gebruikt.”
Ook in dromen zijn we volgens Tichelaar heel ontvankelijk voor de geestenwereld. In de Bijbel komen ook droomuitleggers voor, zoals Jozef, de zoon van Jakob, die aan het hof van de farao in Egypte dromen uitlegde. Tegenwoordig doen weinig christenen dat nog, terwijl het toch een deel is van de leer van het christendom. „We moeten op onze dromen gaan letten”, vindt Tichelaar. „Schrijf ze op en neem er de tijd en de ruimte voor om de symboliek van een droom te begrijpen, want ook in een droom kan de geestelijke wereld mij helpen iets duidelijk te maken. Het is overigens niet makkelijk om droombeelden te leren begrijpen. Droomuitlegboeken hebben een beperkte waarde, omdat je de associaties van anderen op je dromen toepast. Het gaat om je éigen associaties met de beelden. Omdat tijdens de slaap de controle van het denken af is, kunnen in dromen ook bizarre beelden boven komen. Iemand bijvoorbeeld die in het dagelijks leven niet in staat is met een gezonde agressie grenzen te stellen, kan in zijn dromen mensen vermoorden. De boodschap van die droom kan dan zijn dat die persoon zich beter moet wapenen om zijn eigen grenzen te bewaken.”
Het is onze taak op aarde, luidt Tichelaars overtuiging, om onze spiritualiteit te hervinden. „Dat heb ik uit de geestelijke wereld ontvangen en het staat bovendien in de Bijbel. Het heeft ook te maken met het hervinden van ons diepste zelf. De kern van ware spiritualiteit, ongeacht de religie, cultuur of achtergrond van mensen, is liefde. Spiritualiteit zonder liefde is niet zuiver. Dat is het bijzondere aan bewustzijn: wie zijn innerlijk afsluit voor liefde, raakt helemaal afgesloten. In ’Tussen Kunst & Kitsch’ zag ik een keer een schilderij van Jezus die op een deur klopt. De deur heeft alleen aan de binnenkant een deurkruk. Mooie symboliek, vind ik: de deur van je bewustzijn, van je hart, kun je alleen zelf opendoen. Wie zich niet opent voor het licht, blijft in het duister zitten.”